|

1900 New Methods in Education
Kinderen tekenen uit het geheugen volgens de inzichten van de
Amerikaan Liberty Tadd.
Hij introduceerde New Methods in Education.
Het was de bedoeling het zogenoemde geometrische tekenonderwijs
te hervormen.
De nadruk van zijn werkwijze lag bij de psycho-motorische behoefte
van kinderen.


Een
onderwijsvernieuwer
Jan Ligthart was een onderwijzer en pedagoog die zich ontwikkelde
tot één van de origineelste onderwijsvernieuwers
van Nederland.
Vooral omdat hij het belang van individualisering van het lager
onderwijs op een nuchtere en praktische wijze aangaf.
In een opvoedingsrelatie kan volgens Ligthart steeds
weer een nieuw begin gemaakt worden en de basis gelegd worden
voor een betere wereld. Als deze wereld nog te redden is dan moet
die te vinden zijn bij het kind en zijn opvoeder.

Vernieuwingen en niet op klompen
Theo Thijssen zat in de Onderwijscommissie van de SDAP, waar het
ging over schoolhervorming, met name de waarde van het Montessori-
en het Daltonsysteem.
Thijssen was daar tamelijk sceptisch over. Meer aandacht voor
de individualiteit van de leerling werd al lang en breed in praktijk
gebracht, meende Thijssen. Hij was voor het klassikale onderwijs
als middel tot socialisatie van de leerlingen. Hij sprak er schande
van dat kinderen met ouders 'in de steun' op klompen naar school
gingen. De gemeente stelde die als ondersteuning in natura ter
beschikking. Die kinderen werden daardoor in een isolement gedrongen,
betoogde Thijssen:
'Een echte Amsterdammer draagt géén klompen!'
De geestdriftige ontmaskeraar van pedagogische autoriteiten werd
echter steeds meer zelf een autoriteit, in ieder geval een van
de bekendste onderwijsmensen in Nederland
***

|
|
Van Reformpedagogiek naar
Vernieuwing van Onderwijs en Opvoeding
1880 Nederlandsche Vereeniging voor Teekenonderwijs NVTO
wordt opgericht
Vanaf dat jaar markeren een aantal kritische
beschouwingen op welke manier kinderen in hun ontwikkeling en
hun uitingen begeleid moeten worden.
1889
Tekenen wordt een verplicht vak
Dat staat in de Wet op het Lager Onderwijs
van minister Goeman Borgesius. De eerste beginselen van
het handtekenen verving de zogenoemde 'vormleer'. Maar de nadruk
lag voorlopig nog wel op de nuttige geometrie. Er werd getekend
aan de hand van wandplaten met vlakke vormen.
1900 De eeuw van het kind
Cultuurkritiek wordt geformuleerd door
de socialiste, pacifiste en feministe Ellen
Key uit Zweden.
Ze zag de moderne kunst als een nieuwe
levensbeschouwing die ingezit kon worden in een strijd tegen vervlakking
en het uiterlijk vertoon in de burgerlijke samenleving.
Ze zag geen rol voor de kunsten in de opvoeding, omdat die onvoldoende
aansloten op de belevingswereld van kinderen.
De scholen moesten van haar esthetisch verantwoord ingericht worden.
Er moesten goede rondleidingen voor kinderen in de musea gegeven
worden.
Kinderen moesten zich individueel kunnen ontplooien.
1900
Reformpedagogiek in Nederland
De kinderen moeten meer een 'kunstenaarsmentaliteit' ontwikkelen
en 'natuurlijk' gaan tekenen.
Hoewel minder dan in Duitsland heeft de Reformpedagogiek invloed
op het denken over het tekenonderwijs in Nederland. Er zijn enthousiaste
voorstanders en kritische tegenstanders.
De Oostenrijker Franz
Cizek richt de Jugend
Kunstklasse op om te bereiken dat er op een andere manier
getekend kan worden. Zijn aanpak opent de ogen van de onderwijzers
die tekenlessen geven.
De Humanitaire School in Laren vond dat er minder lesuren aan
hersenarbeid en meer aan handenarbeid besteed moesten worden.
Gedegen pedagogische aanpak
Jan Ligthart is de voorloper
van die aanpak, maar hij is er ook voor om techniek en wetenschap
de school binnen te halen om arbeiderskinderen uit volksbuurten
in Den Haag en Amsterdam op een nuttig arbeidsleven voor te bereiden
Hij is in 1916 overleden, maar zijn denkbeelden over het evenwicht
tussen hersenarbeid en handenarbeid leven voort. Hij stond voor
een meer kritische houding ten opzichte van de modernisering van
de samenleving die vooral tot uiting moest komen in een grote
liefde en aandacht voor het kind. Kinderen moesten zich in vrijheid
kunnen ontwikkelen zonder de 'fatsoensrakkers' die de onderwijsinstellingen
van die tijd bevolkten.
1919 Wetenschappelijke pedagogie
Philip
Kohnstamm
werd in 1919 hoogleraar pedagogie aan het Nutssemniarium van de
Universiteit van Amsterdam. Hij was voorstander van een aanpak
waarbij de persoon centraal stond. Intermenselijke relatie en
wederzijds eerbied. Zijn naaste medewerker was Pancratius Post.
en de muziekpedagoog Willem Gehrels studeerde er.
De eerste hoogleraar pedagogie aan de Vrije Universiteit is J.
Watering in
1929
Hun uitgangspunten waren dat de kinderen bij het vrije tekenen
niet aan hun lot overgelaten moesten worden, maar dat de onderwijzers
vanuit een weloverwogen plan, dat beslist geen leergang
mocht zijn, de kinderen begeleiden.
Dat is heel wat anders dan de dressuur waaraan de kinderen in
die tijd onderworpen werden als de hele klas precies gelijke tekeningen
moest produceren.
De twee heren vonden dat de zintuigelijke waarneming en innerlijke
beleving van kinderen in de tekenlessen aan bod moesten komen.
Ze noemden dat de innerlijke beeldgestalten vorm geven.
Kunst aan het volk
De industriële samenleving moet er een beetje mooier gaan
uitzien.
De eerste vakvereniging, de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers
Bond zorgde voor alle mogelijke culturele activiteiten. De vereniging
Ons Huis spande zich in de arbeidersklasse te verheffen. Niet
iedereen was meteen gecharmeerd van die paternalistische opzet.
De Socialistische vereniging Kunst aan het Volk vond dat
arbeiders kunst moesten leren begrijpen en ervan genieten.

De kunstenaar Richard Roland Holst had het over een dubbele
onderdrukking, een economische en een artistieke. De rode familie
moest zich scholen. Jammer genoeg kwam het er niet van in die
tijd en bleef kunst iets voor de betere stand en voor geschoolde
arbeiders, zoals de diamantbewerkers.
***
1904
'Vermethodiekte' kindertekeningen
Pedagoog J.H.Gunning
was districtschoolopziener in Amsterdam en propageerde, toen al,
dat er iets moest veranderen in de aanpak van het tekenonderwijs,
zo schreef hij in het Nieuwe Schoolblad
1921
the New Education Fellowship
Beatrice
Ensor, een Engelse onderwijsinspectrice,
richtte the New Education Fellowship op om aandacht te vragen
voor vernieuwingen in het onderwijs.
De verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog
noopten tot een opvoeding voor vrede en samenwerking. Zelfstandig
denken en handelen dienden ontwikkeld te worden. Dwang in de opvoeding
van kinderen was uit den boze.
1926 Werkplaats Kindergemeenschap
Kees Boeke
(1884-1966) begint kinderen thuis les te geven en richt een Nederlandse
afdeling van de NEF op
Boeke is een anarchistisch denker, antimilitarist, maar bovenal
onderwijshervormer.
Hij sticht de Werkplaats Kindergemeenschap
in Bilthoven waar de leerlingen zich in vrijheid ontwikkelen naar
eigen aard. Een harmonie tussen fysieke mogelijkheden, cognitie
en kunstzinnigheid.
De kinderen moesten hun instinctieve drang naar macht en bezit
overwinnen ten dienste van de eigen kindergemeenschap.
De school werd bezocht door de prinsessen Beatrix, Irene
en Margriet. Wat de opbrengst van hun schooltijd was? De
tijd zal het leren, maar als je goed kijkt zijn er nog wel enige
sporen van hun opvoeding in hun latere publieke optreden te herkennen.
1924 De Vrolijke Brigade
Ida
Last- ter Haar
begint voor kinderen in de Jordaan een kindertheater.
Haar motto was: " Alles wat kan mag"
Inspiratie daarvoor kwam van haar echtgenoot, Jef Last,
die in de Sovjet Unie kinderactiviteiten zag.
Uit dit initiatief ontstaat kindercirkus Elleboog.
1931
Kinderen uiten zich
'De taal is ons gegeven om onze gedachten
te verbergen'.
Maar taal is er ook om onze medemensen te kunnen verstaan,
om contact met ze te krijgen, om onze gedachten te kunnen uiten.
Het eerste contact dat een kind maakt met zijn medemensen is echter
niet met woorden.
Het is het moment waarop een mondje begint te trillen, oogjes
oplichten en het eerste lachje doorbreekt.
Later vinden moeders dat kinderen met twee woorden moeten spreken.
Geremdheid
die overal blijkt, waar ons volk zich schriftelijk, en mondeling,
moet uiten.
De arbeider durft geen brief te schrijven, het schoolkind gruwt
van een opstel, de belastingformulieren zijn voor geen mens te
begrijpen, de handel schrijft tante Betjes en niemand doet 'gewoon'.
Zo is dat, in 1931 en zeventig jaar later nog steeds geldend.
Teekenen
is spreeken en schrijven tegelijk
In een
bijgebouw van het Rijksmuseum
is een tekenschool gevestigd, waar deze tekst in mooie letters
op de gevel te zien is.
Hierin is de noodzaak van een ontwikkeling in taal en beeld aangedragen.
***
>
naar boven
> verder
> terug naar index
|
|