Het
levende dierenmuseum
Natura
Artis Magistra,
de natuur is de leermeester van de kunsten

Alleen
een stukje dier
In museumlessen van taalvorming is een praktijk ontwikkeld waarbij
kinderen eerst leren kijken naar een detail.
Een museum, en zeker een museum met levende dieren, is een uitbundige
bron van visuele informatie.
De kinderen kunnen tussen al die visuele informatie gemakkelijk
'verdwalen' en alles oppervlakkig opnemen.
Zeker in Artis rennen de kinderen van het ene dier naar het andere.
Tijd om ergens even dieper op in te gaan moet georganiseerd worden.
Kijkraampjes
In de
museumlessen gebruik je A4tjes waarin een gat van 5 x 5 cm. gesneden
is.
De kinderen hebben in de klas al geoefend in het kijken door die raampjes en tekenen en schrijven wat ze zien:
"Ik zie een stukje van de kampjuuter"
Ook details van de dingen in de klas die ze dagelijks zien krijgen, als je ze door een raampje bekijkt, een nieuwe dimensie.
Zelfs als je zo naar je vriendinnetje kijkt vallen je ineens stukjes van haar op.
Die 'raampjes' gaan mee naar Artis.
Details tekenen
De kinderen worden verdeeld voor de hokken. Ieder kind krijgt een ander dier om te begluren.
Ze kijken door het raampje en tekenen alleen een stukje van het
dier.
Zijn bek, de vleugel, staart of een poot.
Nu ze een detail tekenen valt ze ineens ook het naastliggende
detail op en vervolgens hebben ze meer aandacht voor het hele
dier.
De namen van de dieren worden erbij geschreven.
Nu blijken de dieren behalve 'slang' of 'krokodil', de favoriete
dierennamen, ook nog anders te heten.
de
lijv van voogspin
(het lijf van de vogelspin)
een wone pofadder (een gewone pofadder)
de kop van de gaviaal (wat zou een gaviaal zijn?)
die kleur glansspeevr is mijn lieveliss keur (een
glansspreeuw?)
De
krookodil in het water.
Hij swemt met zijn vruitje.
(vrouwtje)
Hij
denkgt dat de zon morgen gaat schijnt
Vertellen
De kinderen zijn vanuit het warme, stinkende, reptielenhuis in
de frisse lucht gekomen.
Daar vertellen we elkaar over de krokodillen,
de slangen en leguanen.
De opdracht is alleen te vertellen over
wat het dier deed.
De bewegingen en de activiteiten.
"ik kan niets vertellen want die krokodil
deed niks".
Dat het stil liggen in ondiep water met één oog
open ook een activiteit is waarover te vertellen valt, moeten
de kinderen leren.
Dat het ontbreken van iedere beweging ook een soort beweging is
hoort bij 'filosoferen met kinderen' en daarom ook bij
taalvorming.
Achter onze ruggen vechten twee vreemde vogels krijsend om hun
plekje.
De secretarisvogel kijkt misprijzend toe en vecht niet mee.
Dierenstemmen
De volgende vertelronde gaat uitsluitend over wat er bij de dieren
te horen is. Niet alleen de geluiden die ze met hun 'stem' maken,
maar ook het geluid van de takken die kraken en de wanden die
denderen als de chimpansees bezig zijn.
Praten
met een reiger
De volgende les is weer op school en we gaan verder met de tekeningen
en teksten die we in Artis gemaakt hebben.
Om er in te komen begin je met het voorlezen van een dierengedicht
van Remco Ekkers.
Met die reiger aan de waterkant
Zou ik wel een praatje willen maken
Naast hem hurken en vragen:
"Nog wat kikkers gevangen?"
Het
is een gedicht waar de kinderen wat mee kunnen.
Om te beginnen kunnen ze de reiger in een ander dier veranderen:
"Met die eekhoorn aan de waterkant".
De plek kan aan het dier aangepast worden:
"Met die eekhoorn boven in de boom".
En dan kan je ook wel bedenken hoe je naast het dier zou kunnen
zitten:
"Naast hem klimmen en vragen:".
En daarna kan je een goede vraag bedenken die je aan een eekhoorn
zou kunnen stellen:
"Waar heb jij je eikeltjes verstopt?"
Stukje bij
beetje bedenken de kinderen de dieren, de plekken en de vragen.
Het werkt aanstekelijk. De een weet nog vreemdere plekken waar
dieren zich bevinden dan een ander.
Schrijven
en dan de tekst beter maken
De kinderen krijgen de opdracht om te schrijven over hun dier,
wat dat dier aan het doen is, waar het zich bevindt.
De tekst wordt afgesloten met een overdenking: "waar denk
je dat hij aan denkt?"
de wurgslang slaap
in het hok. hij is waker met zijn vaader hij dengt dat hij eetun
krijgt.
(hajar)
De tekst wordt op het bord geschreven en iedereen geeft commentaar.
Is je vader ook al wakker geworden?
Veel woorden zijn bij de kinderen
fonetisch weergegeven.
Daar kunnen andere woorden voor in de plaats
komen.
Af en toe moeten een paar letters weg. Op de achterkant
van het blad schrijft juf samen met Hajar de tekst zoals die het
er beste uit kan zien.
Dan gaat Hajar aan de computer zitten om
de tekst in het net te tikken.
De wurgslag slaapt in het hok.
Hij en zijn vader worden wakker.
Hij denkt dat hij eten krijgt.
Hajar
Als alles klaar is en geprint', komen de teksten samen met de
handschriften onder te tekening.
ik zag een jaarvogel
in het hok. hij sgrout tege zijn vrou. hij denkt dat zijn vrou
bijbi krijgt.
Ik zag een jaarvogel in zijn hok.
hij schreeuwt tegen zijn vrouw.
Hij denkt dat zijn vrouw een baby krijgt
Naser
Als er eenmaal aan een baby gedacht wordt komen er wel meer tevoorschijn:
ik zag een zeehond.
hij is soms in de waater of op de steen. het is een meisje hij
is aan het rondzwemen aals een raket. hij denkt dat zei kinderen
krijg.
Ik zag een zeehond.
Zij is in het water of zit op een steen.
Zij is aan het rondzwemmen.
Net als een raket.
Zij denkt dat zij kinderen krijgt.
Sheriema
Een goede gelegenheid 'hij en zij' en het verschil tussen 'zij'
en 'zei' even te bespreken.
Ik denk dat Sheriema het op deze manier
weer een beetje beter onthoudt.
Alles
bij elkaar in een portfolio
Er zijn nu veel dieren in omloop.
Er is geschreven over een pieranja (piranha), natuurlijk
over een papegaai, de tijger, de krokodil en een zeehond, maar
ook over een kleurvis, een schorpioen en vossen in hun holletjes.
De teksten zijn besproken, besnuffeld, herschreven en op de computer
getypt.
De geprinte teksten onder de geschreven teksten geplakt.
De datum er boven geschreven en nog aan de tekening door gewerkt.
Zo kan alles eerst tentoongesteld worden en daarna in de portfolio
gestopt worden.
Zit
er nog iets leerzaams bij?
Als we alle teksten lezen en de tekeningen bekijken dan vallen
de volgende dingen op:
Er is
heel goed gekeken, naar de dingen in de klas en de dieren in Artis.
Er is
heel goed verteld over dingen die de dieren doen en de geluiden
die ze erbij maken.
De kinderen
weten nu veel meer namen van dieren en hoeven het dus niet meer
over 'een slang' te hebben. Ze zien nu dieren voor zich in een
veelheid van verschijningsvormen.
Er is
een reeks oefenstof tevoorschijn gekomen zoals:
woorden die aan
elkaar geplakt zitten los schrijven;
alle vormen van het woorden
zoals 'denken', 'hebben', 'houden', 'vinden', 'gaan' en 'worden'.
Natuurlijk alle plekken waar een dubbele a of een dubbele e beter
is zoals 'slaapt' of juist een enkele a zoals: 'vader'.
Het gedoe
met ng en nk en andere verschillen tussen een fonetische weergave
als kinderen schrijven "hij dengt dat hij eetun krijgt".
Soms dengk ik dat ik best zo zou willen sgrijfun, maar dat mag
ik niet meer.
Henk
van Faassen,
met dank aan de kinderen van groep 4 basisschool
De Avonturijn Amsterdam
meer over museumlessen
|