Relatie
tussen taal en beeld
Taalvorming en Visuele Poëzie

Opvattingen
over de relatie tussen taal en beeld
en de toepassingen er van in
de taalmethodes voor het basisonderwijs
Een
A is een A
Soms is de
A
sierlijk weergegeven, soms bijna onleesbaar
slordig neergeschreven, een andere keer groot en plomp op een
affiche afgedrukt. Maar als kinderen eenmaal weten hoe een A
eruitziet, herkennen ze al die andere A's
op de een of andere manier wel.
Die A is de eerste
letter van het alfabet.
Dat alfabet wordt gebruikt voor geschreven taal.
Die A wordt, samen met de
daarvoor benodigde andere letters en volgens vaste afspraken aaneengevoegd
tot woorden en zinnen, die een betekenis hebben.(...) Dat houdt
ook in dat een A er soms als
een a uitziet. Poeh hé!
Kinderen gebruiken woorden en zinnen nog voor ze die kunnen schrijven
en voor ze de taalregels en afspraken kennen.
Mijn kleinzoon Arne herkent
die A al heel jong als de
eerste letter van zijn voornaam en gebruikt hem meteen om overal
talige sporen na te laten.
Zijn
beeld- en taal communicatie gelijk?
Geleerden kunnen
mogelijk achteraf een samenhang tussen het een en ander aantonen,
maar daar hebben kinderen even geen boodschap aan als ze zich
met hun verbeeldingskracht op de al dan niet zinvolle opdrachten
van hun onderwijzers storten.
Hieruit mag ik afleiden dat er een geweldige afstand bestaat tussen
het aanleren van taalregels die voor iedere taalgebruiker gelden
en van beeldregels die per gebruiker verschillen.
De integratie
van het medium taal en het medium beeld lijkt voor kinderen aantrekkelijk
vanwege het verrassingselement en door de overzichtelijkheid en
de indringendheid van de esthetische informatie.
Ik heb er bezwaar tegen dat kinderen door middel van verkeerd
begrepen opdrachten gedwongen worden te realiseren wat volwassenen
zelden lukt
Kom
van dat leesplankje af
Het is een uniek moment als een groep kinderen begint met lezen
en schrijven. In de andere groepen zijn ook wel niveaus in taalontwikkeling
aan te wijzen, maar nooit zo bepaald als in groep drie.
Natuurlijk hebben de kinderen al kennis gemaakt met het begrip
'letter' en kunnen sommige kinderen die letters al gebruiken om
hun naam te schrijven.
Ze hebben 'boom,
roos en vis' geleerd.
Woorden uit een methode die, hoewel aan slijtage en kritiek onderhevig,
door de leerkrachten nog niet massaal afgewezen worden.
Vandaag leren ze van mij de woorden 'fiets,
auto, tekening en schoen'.
Niet omdat de kinderen er methodisch aan toe zijn om naast de
v van vis de f van fiets te kennen, of omdat ze toe zijn aan de
letters 'sch' aan het begin- en 'ing' aan het eind van een woord,
of omdat ze moeten weten dat er woorden met meer lettergrepen
zijn zoals te-ke-ning.
Ze zijn er aan toe omdat het de woorden zijn die ze nodig hebben
bij het op papier vastleggen van hun verhalen.
Ze zijn de vastgelegde verbeelding van wat ze verteld hebben over
hun ervaringen met fietsen, auto's en schoenen.
meer omschrijvingen en begrippen
|