Taalverschillen
Wat
is dat nu, taalachterstand?
Taalachterstand wordt
zo genoemd
als mensen bij het spreken, lezen en schrijven van een andere
taal dan hun moedertaal moeilijkheden ondervinden. Dit komt voornamelijk
voor bij nieuwe immigrantengroepen maar ook binnen de autochtone
bevolking zijn er bepaalde groepen te vinden die anders met hun
taal omgaan dan men gebruikelijk doet. Als je een zogenoemde 'taalachterstand'
hebt, betekent het niet dat je geen enkele taal goed spreekt.
Het gaat in dit geval om het Nederlands. Allochtone jongeren met
een taalachterstand spreken vaak wel één taal goed.
Dat is meestal de taal van hun ouders. Die taal beheersen ze goed,
bij lezen, spreken en schrijven.
De vraag is of je daarom niet beter kunt spreken van 'taalverschillen'
in plaats van taalachterstanden.
Taal
delen en in taal groeien
Taal begint als een communicatiemiddel tussen deelnemers van een
groep. Ieder opgroeiend kind wil zijn leven kennen, met name waar
het zijn eigen cultuur betreft. Als kinderen een taal leren beheersen
zullen ze eveneens een bepaalde cultuur, en de waarden ervan,
met elkaar delen. Taal maakt het mogelijk om gedachten met elkaar
te verbinden.
Taal is dus een gereedschap dat je leert hanteren afhankelijk
van het moment en in de situatie die zich voordoet. De vorm van
het 'gereedschap' verschilt per cultuurgebied. Over en weer zullen
kinderen met een verschillende culturele achtergrond gebruik maken
van een ander 'taalgereedschap'.
Het begrip 'taalachterstand' wordt
daarbij gehanteerd door de dominante cultuur. Daar is geen reden
voor en vanuit de visie op taalvorming mag je daar tegen zijn.
Ieder mens is in staat nieuwe taal te
creëren
Bij kinderen komt dit vermogen vaker tot uitdrukking dan bij volwassenen.
Omdat zij nog een kleinere woordenschat hebben moeten zij vaak
nieuwe uitdrukkingen verzinnen.
Ik heb het stipkoud
in plaats van: ik
heb kippenvel.
Het niet kennen van een woord lijken kinderen niet als een tekort
te ervaren.
Gelijk hebben ze: wie in staat is taal te creëren, hééft
geen taaltekort.
Wat we verstaan
Taal wordt gebruikt om onze eigen ervaring te beschouwen en die
symbolisch voor ons zelf te verduidelijken. Dat kan in de eigen
moedertaal even goed als in een tweede taal.
Als we een taal kunnen delen leren we samen met en van andere
mensen.
De samenleving stapelt taal-leren op ervaringsleren.
Daarom is het handig om elkaars taal te verstaan, maar dat hoeft
natuurlijk helemaal niet de dominante taal te zijn. Is het niet
zo dat veel allochtone jongeren in het Engels als intermediaire
taal met de autochtone jeugd communiceert?
Geschreven taal
Proza en poëzie kunnen de ervaring van de schrijver zodanig
vertegenwoordigen dat de lezers of luisteraars dezelfde gevoelens
krijgen als wanneer het hun eigen ervaring betreft. In de fantasie
kan taal zelfs een ervaring oproepen.
Geschreven taal kan grotendeels het menselijke geheugen uitbreiden
door het mogelijk te maken meer kennis op te slaan dan de hersens
kunnen bevatten.
Daarenboven verbindt taal ons met mensen op verre afstand en uit
vervlogen tijden, met al overleden schrijvers.
Als geschreven taal goedkoop geproduceerd en ruim verspreid wordt
is het een krachtbron. Analfabetisme en het beperken van het gebruiken
van taal is het beperken van sociale en persoonlijke kracht.
Verschillen in taalgereedschappen is iets van een andere orde.
Talige
redzaamheid
Wat is het gevolg van het gebruik van ongelijke taalgereedschappen?
Een ongelijk vermogen zorgt voor een achterstelling op meer gebieden
dan alleen taal.
Uit onderzoeken is gebleken dat je met een ongelijke positie ten
opzichte van de dominante taal vaak een achterstand oploopt in
het onderwijs, op de arbeidsmarkt, bij maatschappelijke participatie
en zelfredzaamheid. Dat komt vanzelfsprekend omdat Nederlands
de officiële taal is in Nederland en Vlaanderen.
Als je het Nederlands niet goed beheerst, kan je ook het onderwijs
niet goed volgen en het vinden van een baan is dan ook veel lastiger.
Wat
moet er aan gedaan worden?
De moeilijkheid is dat het meestal niet alleen om een taalverschil
gaat. Er is ook een cultuurverschil. De mensen met een taalachterstand
leven vaak in een andere cultuur. Taalvorming gaat daarom uit
om een vloeiende dynamische eigenheid van iedere taal te verwelkomen.
Wat is het niet prachtig om al die verschillende talen, dialecten
en woordenschat van verschillende aard mee te maken.
Dat is toch veel meer bevredigend voor de leerkrachten dan vast
te houden aan de twijfelachtige noodzaak van Algemeen
Beschaafd Nederlands.
Als kinderen interactief communiceren wegen de praktische problemen van een verschil in de op dat moment gehanteerde taal niet op tegen het dynamische proces dat het oplevert. Vanuit die eenheid in begrip is het vervolgens op een technisch niveau te werken aan de Nederlandse taal..
Zijn
er oplossingen?
Pogingen om kinderen op de basisschool in te burgeren door ze
vanaf het begin aparte taallessen te geven en kennis te laten
maken met de Nederlandse cultuur, missen de kracht van interculturele
uitwisseling. De gedachte is als ze onze cultuur ook waardevol
gaan vinden, ze beter integreren. Een nadeel hiervan is dat ze
gaan denken dat hun eigen cultuur en taal minderwaardig zijn.
Het onderwijs moet er dus niet alleen op gericht zijn dat zij
kennismaken met de cultuur en taal van de Nederlandstalige samenleving.
Er moet ook gewerkt worden om de eigen cultuur en taal als volwaardig en waardevol in onze samenleving te zien. Het beheersen van meerdere talen kan als een voordeel gezien worden. Ook als de eerste taal niet het Nederlands is. Een betere oplossing zou dus zijn als er vanaf de basisschool al een tweede taal wordt gegeven, met name als de meeste leerlingen in een klas dezelfde taal spreken.
Er wordt nog steeds veel nagedacht over oplossingen voor het taalachterstandprobleem.
Er zijn allerlei mogelijke oplossingen bedacht. Maar alles heeft
z'n nadelen.
Het is niet makkelijk om de maatschappij een andere cultuur hetzelfde
te laten waarderen als de eigen cultuur. Daarbij komt dat onze
overheid steeds een andere visie heeft op wie zich moet aanpassen
en hoe de problemen aangepakt moeten worden.
[bron: Taalvorming en Whole Language]
'taalachterstand'
en de meerwaarde van meertaligheid
Probeer je eens voor te stellen hoe het moet zijn, om als kind
van 4 jaar op een Nederlandse basisschool te komen als je geen
Nederlands verstaat. Er zijn wel kinderen die dezelfde taal spreken
als jij, maar vooral veel kinderen en een juf die je niet verstaat.
Zij begrijpen ook helemaal niet wat jij zegt.
Als 'autochtone' kleuter is het een hele gebeurtenis om op of
kort na je vierde verjaardag naar de basisschool te gaan.
Veel kinderen hebben vooral de eerste weken moeite om aan de schoolsituatie
te wennen. Je moet meteen leren hoe alles precies gaat op school.
Alles moet op een bepaalde manier, overal zijn 'regels' voor.
En op die school zijn een paar honderd kinderen, allemaal ouder
en groter dan jij en veel juffrouwen en meesters.
Maar hoe moet dat zijn voor een kleuter die niet met de meeste
andere kinderen noch met de leerkracht kan communiceren ? Als
het kind geluk heeft, is er in de school misschien één
leerkracht die uit hetzelfde land komt als zijn of haar ouders,
en met wie het kind kan praten.
De leerkrachten op school spreken al gauw over 'taalachterstand'
bij het kind.
Met 'taalachterstand' bedoelen we meestal een stoornis in de taalontwikkeling.
Het zou (dus) een heel groot verlies zijn om die eigen taal vanaf
het vierde jaar te verwaarlozen en verder alleen maar aandacht
te besteden aan het Nederlands !
Het ministerie van onderwijs geeft in een brochure voor ouders
van leerlingen in het basisonderwijs aan allochtone ouders het
advies om met hun kinderen thuis zoveel mogelijk Nederlands te
spreken. Dat is een even ondoordacht als goedbedoeld advies.
Ten eerste: je moet dan als ouders wel zelf heel goed Nederlands
spreken, om een goed voorbeeld te kunnen geven aan je kind. Een
tweede taal perfect leren is beslist niet gemakkelijk.
Ten tweede: zou het Nederlands dan in de plaats moeten komen van
de eigen taal ? Daardoor zou het kind weer de kans missen op een
waardevolle tweetalige opvoeding !
Als het kind op de basisschool ook les krijgt in de eigen taal,
kan het de beheersing van die taal cultiveren en uitbreiden, onder
andere met het lezen en schrijven. Als een kind binnen de school
de eigen taal niet verder leert, gaat de beheersing van de eigen
taal eigenlijk alleen maar achteruit.
Je ziet in elk geval heel veel over het hoofd als je de verdere
ontwikkeling van de eigen taal van het kind niet belangrijk vindt.
[bron: Ronald Zwiers, september 1999 ]
Er
zijn meer oorzaken van het oplopen van taalachterstand
Taalproblemen kunnen bijvoorbeeld bij een middenoorontsteking
ontstaan.
Als de gehoorbeentjes niet goed werken, is er sprake van gehoorverlies.
In de jonge kinderjaren kan dat betekenen dat spraakgeluiden niet
goed gehoord worden en dat het kind daardoor zelf niet goed tot
spreken komt.
En
dan taalachterstand door tijdgebrek bij ouders
"Ouders lezen niet meer voor, maar zetten hun kinderen voor
de video.
En dat is niet goed voor de taalontwikkeling van de
kinderen."
Het tijdgebrek van veel tweeverdienende ouders is een belangrijke
oorzaak van de taal- en spraakachterstand waar steeds meer kinderen
mee te kampen hebben.
Er lopen op dit moment al initiatieven als het trainen van peuterleidsters
op het signaleren van taalproblemen.
Henk van Faassen
|